Op 23 september vond de internationale conferentie Women, Design & Heritage plaats in het Museum voor Kunst & Geschiedenis in Brussel. Dit symposium vormde de sluitsteen van het Wiki Women Design-project.
Doorheen thematische lezingenreeksen namen nationale en internationale onderzoekers, deskundigen en ontwerpers de toeschouwen mee op een uiteenlopende reflectie over vrouwen, ontwerperfgoed en de geschiedschrijving. In conversatie met elkaar en het publiek wisselden de sprekers ideeën uit over de toekomstige stappen die nodig zijn om het onderzoek naar vrouwen en design te bevorderen en om een gezamenlijke inspanning te leveren om de genderkloof in het erfgoedveld te overbruggen.
Jane Hall deed de aftrap van de dag als keynotespreker. Jane is een Britse architect, onderzoeker, lid van het architectuur-, design- en kunstcollectief ASSEMBLE. Tijdens haar lezing zette Jane aan tot reflectie over het werk van vrouwelijke architecten online. Naarmate archieven online komen te staan en nieuwe vormen van kennis steeds vaker in de digitale ruimte ontstaan, onderzocht Janes lezing de spanning tussen het voeren van onderzoek en deze nieuwe, virtuele ruimte.
De rode draad doorheen de eerste lezingensessie was vrouwen in de geschiedenis, erfgoedcollecties en ontwerpberoepen. Hierbij lag de nadruk op de methodologieën en strategieën die kunnen gebruikt worden om ruimte te maken voor vrouwen in de geschiedenis, erfgoedcollecties en ontwerpberoepen. Deze sessie werd ingeleid en gemodereerd door prof. dr. Hilde Heynen, professor architectuurtheorie en -geschiedenis aan de KU Leuven.
In deze eerste sessie presenteerde Florencia Fernandez Cardoso (KU Leuven) haar onderzoek over in welke mate vrouwelijke architecten vermeld zijn in architectuurboeken. Dit onderzoek wijst in de eerste plaats op de belangrijke rol die vrouwen hebben gespeeld binnen het moderne architectuurerfgoed. Ten tweede illustreert het het gebrek aan documentatie over deze figuren. Tenslotte stelt het een methode voor om de representatie van vrouwelijke architecten te evalueren en oplossingen voor hun ondervertegenwoordiging te zoeken.
Jannetje in ‘t Veld and Toon Koehorst van Koehorst in ’t Veld (Koehorst in't Veld, NL) presenteerden in de tweede lezing van de reeks hun onderzoek en voorbereidingen voor hun tentoonstelling rond Nelly en Theo van Doesburg in Het Nieuwe Instituut in Rotterdam. Ze bespraken hoe Nelly een sleutelfiguur was in de ontwikkeling van De Stijl en de reputatie van Theo.
De lezingen van de tweede reeks over feministische, dekoloniale en queer benaderingen van geschiedenis en erfgoed, voorgezeten door prof. dr. Lara Schrijver (UAntwerpen), vormden een reflectie op de strategieën die kunnen worden ingezet om de westerse geschiedenissen te herschrijven die de meeste geschiedenisboeken van vandaag vullen en die bepalend zijn voor ons algemene begrip van wat design, mode en architectuur zijn.
Elke Krasny (Academy of Fine Arts Vienna, AT) besprak het ontstaan van het moderne museum als een constructie van het tijdperk van het Antropoceen. De moderne culturele instelling van het nationale museum, de instelling van het burgerschap bij uitstek, en het geologische tijdperk van het Antropoceen starten ongeveer tegelijkertijd. Elke Krasny onderzoekt hoe het museum een sociale ruimte creëerde die gerelateerd was aan het idee van een exclusieve burgerschap binnen de context van koloniale en patriarchale overheersing over natuur en cultuur.
Angela Jansen (Research Collective for Decoloniality & Fashion, NL) besprak hoe uitwissing nefast is voor een meer diverse toekomst van de mode. Ze overwoog hoe het uitwissen van alternatieve geschiedenissen een van de sleutelmechanismes is van de moderniteit, en hoe dit een invloed heeft (gehad) op de hedendaagse mode-esthetiek en -praktijk. Terwijl de hedendaagse modewereld zich richt op de toekomst en op het ontwikkelen van een moderne mode-esthetiek, doet ze de mogelijkheid tot verscheidenheid in de toekomst van de mode teniet.
Als derde lezing van de tweede sessie richtte dr. ir. Dirk van den Heuvel (Het Nieuwe Instituut, Rotterdam & TU Delft, NL) zich op de problemen rond de representatie van gemarginaliseerde en onderdrukte stemmen uit de LGBTQ-gemeenschap in de Nederlandse Nationale Collectie van Architectuur en Stedenbouw in Het Nieuwe Instituut in Rotterdam. De lezing verkende hoe tot zwijgen gebrachte stemmen naar buiten te brengen en ze opnieuw te laten spreken.
Het centrale idee in de derde lezingensessie, geleid door Setareh Noorani (Het Nieuwe Instituut, Rotterdam, NL) was dat de ondervertegenwoordiging van vrouwen in designarchieven en -collecties een van de belangrijkste redenen is waarom veel vrouwen onzichtbaar zijn gebleven. Museum- en archiefcollecties zouden inclusiever moeten zijn, om te zorgen voor een grotere conservering van primair onderzoeksmateriaal over vrouwen en andere groepen die vandaag ondervertegenwoordigd zijn.
Tijdens de derde en laatste sessie presenteerden de projectpartners de resultaten van hun onderzoek en projecten in het kader van Wiki Women Design. Ze focusten zich niet alleen op de geschreven Wikipedia-artikelen en belangrijke (her)ontdekte Belgische vrouwelijke ontwerpers en nieuw onderzoek dat het project heeft geïnspireerd, maar ook de bewustwording die het project bij een breder publiek heeft gebracht en de positieve impact die dit heeft gehad op de designsector.
Sam Donvil (meemoo) besprak hoe instellingen en organisaties Wikimediaprojecten kunnen inzetten om de gender gap aan te pakken. Fredie Floré (KU Leuven) spoorde de vrouwelijke voortrekkers van de Belgische interieurarchitectuur op en Terry Scott (Design Museum Brussels) liet deelnemers kennismaken met de Italiaanse designer Carla Scolari. Hilde Heynen (KU Leuven) lichtte de “Leaky Pipeline” in het Vlaamse architectuurlandschap toe: een fenomeen waarbij vrouwen steeds minder vertegenwoordigd zijn in de architectuurpraktijk, naarmate hun carrière vordert. Véronique Boone (ULB) presenteerde het onderzoek dat ze deed in het kader van de Wiki Women Design-schrijfsessie tijdens de Semaine d’innovation pédagogique, alsook haar verkenning van het oeuvre van de modernistische architect Eliane Havenith. Vervolgens behandelde Marjan Sterckx (UGent) vrouwelijke ontwerpers in de belle époque, waarna Karolien De Clippel (Modemuseum Hasselt) vrouwen in de Belgische mode toelichtte. Marie Becuwe (Design Museum Gent) presenteerde de focus op vrouwen in het onderzoek en de collectie van Design Museum Gent en Elke Couchez (UHasselt) ging op zoek naar personen die zich in de periferie van het ontwerpberoep bevinden.
Als avondprogramma bij het Wiki Women Design-symposium Vrouwen, design en erfgoed, vond op dezelfde dag een debatavond plaats in samenwerking met MAD, Home of Creators in Brussel. Architecten, onderzoekers en beleidsmakers gingen met elkaar in gesprek over de rol van vrouwen in de hedendaagse architectuurpraktijk. An Fonteyne (noAarchitecten), Kelly Hendriks (B-ILD), Hilde Heynen (KU Leuven), Anne Malliet (Vlaams Bouwmeester), Sarah Poot (poot architectuur), en Caroline Voet (Voet architectuur) vormden het panel. De moderator was Fredie Floré (KU Leuven).
Tijdens het debat is het panel van vrouwen ingegaan op de vraag waarom de vertegenwoordiging van vrouwen in het veld zo belangrijk is, en hoe de aanwezigheid van vrouwen in zowel de architectuurgeschiedenis als de hedendaagse architectuurpraktijk noodzakelijk is voor toekomstige generaties. In dialoog met elkaar en met het publiek gingen ze in debat over het vinden van je plaats als vrouw in het vakgebied en de uitdagingen die dit met zich meebrengt, feminisme in de architectuur, rolmodellen en sleutelfiguren, ondernemerschap en creativiteit.